Het dagvoorzitterschap is heel leuk, maar heeft een nadeel: je hebt niet alle maanden van het jaar werk. Jammer, temeer daar ik net zo lekker bezig was en ineens een leegte voor me zag opdoemen. Er zou een dip kunnen ontstaan in mijn leercurve. Om mijn journalistieke spier te blijven trainen, zocht ik naar een geschikte zomerbesteding. En wie niet te ver zoekt, vindt altijd.
Hanneke Groenteman
Eerder schreef ik al dat een van de basisingrediënten van een dagvoorzitter mijns inziens journalistieke kwaliteiten zijn. Vaak is er een spreker of een panel dat je geacht wordt te interviewen. En nou kan je dat wel helemaal laten voorbereiden door de opdrachtgever, echt interessant wordt het pas als je precies de juiste vragen weet te stellen en goed doorvraagt. Met dat doel heb ik een paar keer een interviewtraining gevolgd bij Hanneke Groenteman en Djoeke Veeninga, waarvan de laatste onlangs. De tips die ze mij gaven wilde ik graag in de praktijk oefenen. Daarvoor had ik echter een baantje erbij nodig, vooral in de zomer. Om zoveel mogelijk bij het métier van dagvoorzitter te blijven, besloot ik een open sollicitatie te sturen naar AT5 als vervangend presentator.
Slecht te bereiken
Zoals het AT5 lijkt te betamen, werd er niet op mijn sollicitatie gereageerd. Geeft niet, was in de categorie ‘niet geschoten, is altijd mis’. Wel kwam die zomer steeds dichterbij. Ineens herinnerde ik me dat mijn tante me een aantal maanden eerder had gewezen op het feit dat ze bij Dagblad Kennemerland, een deelgebied van het Noordhollands Dagblad, journalistieke talenten zochten. Daar is alleen een nadeel aan. Kennemerland is slecht per ov te bereiken en met de fiets vanuit Zaandijk net iets te ver om dagdagelijks te berijden. Maar, bedacht ik me, misschien heeft Dagblad Zaanstreek, het equivalent van Dagblad Kennemerland, ook wel nood aan redacteuren. Ik besloot de chef van Dagblad Zaanstreek te benaderen en ik werd direct uitgenodigd voor een gesprek.
Jong én oud
Fast forward: nu werk ik zo’n week voor de krant. En ik moet zeggen dat het een schot in de roos is. In deze week heb ik meteen wel twintig man geïnterviewd, en allemaal verschillend. De een spraakzaam, de ander niet zoveel zeggend, de ene ondeugend, de ander serieus. Jong én oud: ze zijn allebei al de revue gepasseerd. Zo leer ik dus niet alleen technisch interviewen, maar ook met veel verschillende mensen. En dat is precies waar ik als dagvoorzitter ook wat aan heb. En of dat niet genoeg is, werk ik hierbij ook nog eens aan mijn schrijfvaardigheid. Want zie maar eens een geluidsopname van een halfuur te vatten in een smeuïge 500 woorden. Dan voelt het soms net alsof je poëzie aan het schrijven bent.
Tegen de stroom in
Je moet niet te ver zoeken, schreef ik al in de inleiding. Dagblad Zaanstreek is ook de krant waar mijn vader jarenlang voor gewerkt heeft. Nee, het is geen vriendjespolitiek. Mijn vader is de laatste die daaraan zou doen, de chef kent hem alleen van de feedback die hij af en toe mailt. Toch moet je af en toe wel accepteren dat de appel niet ver van de boom valt en je vooral niet verder moet zoeken dan je neus lang is. Ergens diep vanbinnen voelde ik al wel dat het deze kant uit ging. Een tijdlang heb ik dat ontkent, omdat ik het meteen al verder wilde schoppen. Maar je moet niet tegen de stroom in willen zwemmen, dat overleef je niet. Ik doe het trouwens graag als freelancer, zo blijft het dagvoorzitterschap de prioriteit.