Op nieuwjaarsdag deed het NOS-journaal verslag van de jaarwisseling. Vast onderdeel: een reportage over de jaarlijkse nieuwjaarsduik. Moeilijk? Welnee, ik vertel je hoe dat werkt.
Hoog aanzien
Het NOS-journaal heeft bij mij een hoog aanzien. Het is toch qua bereik de premier league van de Nederlandse journalistiek. Mijn gedachte bij dat soort dingen is dat dat dan ook moeilijk is om te maken, want je komt immers niet zomaar bij zo’n groot medium te werken. De laatste paar maanden valt mij op dat het werk van de verslaggever bij de NOS helemaal niet zo moeilijk is. Tuurlijk, onderzoeksachtige items of politiek heel doorwrochten reportages vragen verstand van zaken en technisch inzicht, maar van de week kwam een reportage over de nieuwjaarsduik (vanaf 16:51) voorbij die ik ook wel had kunnen maken. Sterker nog: ik heb ‘m gemaakt. Wat alleen ontbrak was een cameraman, een montageprogramma en een miljoenenpubliek.
Vijf uurtjes werk
De redactie van het Noordhollands-Dagblad vroeg mij vorige week of ik op nieuwjaarsdag op pad wilde. Prima, ik kan toch moeilijk niets doen en als freelancer grijp je alles aan wat er langskomt. De vraag was of ik de nieuwjaarsduik in Monnickendam wilde verslaan. Leuk, weer vijf uurtjes werk, dacht ik. De insteek bij dit soort reportages is niet zozeer een informatief verhaal, maar vooral het optekenen van de reacties van een aantal deelnemers. Ik heb dan die oude oma in mijn hoofd die aan huis gekluisterd is en zo toch wat van de wereld meekrijgt. Mijn plan de campagne was om zowel mensen van tevoren als na afloop van de duik te bevragen. Dan heb je in je stuk een ontwikkeling, je bouwt een verhaal.
Zoden aan de dijk
Ik dacht dus wel even onder de pannen te zijn, maar na vijf minuten duiken waren de meesten alweer het water uit. Binnen een halfuur had ik allerlei mensen gesproken en kon ik alweer de auto in. Onderweg maakte ik al een ruwe schets van het artikel, zodat ik het thuis meteen kon uitschrijven. Na een uur stond het artikel, bij elkaar had ik in nog geen twee uur de reportage af. ‘Nou, dat zet zoden aan de dijk’, dacht ik ironisch toen ik klaar was. En nou is het schrijven van een reportage inmiddels routine geworden, de opbouw ervan heb ik nu wel in de vingers. Toch verbaasde ik mezelf erover dat het schrijven van een journalistiek product zó makkelijk kan zijn.
Ontgoocheling
’s Avonds keek ik het NOS-journaal. Soms komt daar precies hetzelfde item voorbij als ik zelf ook heb gemaakt. Zo had ik dat laatst met een item over het feit dat de helm sinds dit jaar ook verplicht is bij zogenaamde snorscooters. Fijn, want dan heb ik vergelijkingsmateriaal (vanaf 07:13). Als journalist ga je in de regel alleen op pad en je maakt ook alleen keuzes in wat je wel of niet doet of vertelt. Maar soms werkt het ook ontgoochelend. Want als ik zo’n item over de nieuwjaarsduik in een handomdraai maak, en het item op tv is net zo, dan kan het werk van een NOS-verslaggever niet veel moeilijker zijn. Het is ontgoochelend, óf het biedt perspectief: wie weet waar dit journalistieke schip strandt.