Wie denkt dat het werk van een dagvoorzitter bestaat uit het ‘even presenteren van een paar programma-onderdeeltjes’, heeft het mis. De helft van mijn werk op zo’n dag speelt zich af buiten het podium. En dat betekent veel bewegen.
Het werk van een dagvoorzitter is dynamisch. Ik heb mezelf dan wel het uniform van een pak met stropdas aangemeten, ik kan net zo goed een trainingspak aantrekken. Want je beweegt wat af op zo’n dag. En dat begint al voordat de eerste deelnemer binnen is. Als dagvoorzitter ben je het visitekaartje van de bijeenkomst. Zodoende kunnen bezoekers je als vraagbaak benaderen. Het is daarom fijn als ik van tevoren al gezien heb over welke ruimtes het congres zich uitspreidt. Ik weet dan ook meteen wat de bezoekers allemaal gaan meemaken. Dat neem ik onbewust mee in mijn presenteren. Tegelijkertijd ben ik voor de organisator meteen een eerste steekproef. Met mijn frisse blik kan ik zien of het logisch is wat ze bedacht hebben, of dat er nog iets veranderd moet worden.
Zelf het publiek in
Aan het begin van de bijeenkomst zet je meteen de toon voor de dag. Het liefst wil je een actieve zaal hebben, want zo houd je er de energie in en zorg je ervoor dat de zaal de dag mede vormgeeft. Het is daarom van belang de zaal meteen aan het begin aan het woord te laten. Daarbij kun je een catchbox of een hengelaar gebruiken, maar het liefst loop ik zelf het publiek in. Zo kan ik niet alleen zelf bepalen wanneer wie hoe lang praat, ik doorbreek ook de ‘vierde wand’: ik laat zien dat ik bij het publiek hoor. Dat betekent wel dat ik telkens door de ruimte heen loop, zeker als er bij de sprekers ook interactie nodig is (en dat is bijna altijd).
Drie keer in het rondte
Voor wie denkt dat ik tijdens de deelsessies lekker pauze heb, heeft het mis. Het liefst loop ik rond om te kijken hoe de workshops eruit zien. Ik hoef er niets mee, maar ik wil voortdurend voelen wat voor sfeer er heerst onder de mensen. Voor hetzelfde geld gaat er iets mis en moet ik daar verderop in het programma wat mee. Tegelijkertijd is dit het moment om bij het centrale deel verderop in het programma de puntjes op de i te zetten. Misschien heb ik gemerkt dat de zaal al hartstikke actief is en er weinig interactie nodig is. Of ik zie ineens dat er twee programma-onderdelen omgedraaid moeten worden. Ondertussen heb ik het pand al drie keer in het rondte gelopen, en zijn we nog niet eens op de helft van de dag.
Sportschoolabonnement
Maar dat is nog niet alles. Ik ben al vier keer de tribune opgelopen om even te overleggen met de technicus. Ik heb de coördinator van die dag nóg een keer opgezocht om nog even een vraag over de opening te stellen. Ik heb een tijdje bij de ingang gestaan om te zien wat voor mensen er binnenkomen. En dat allemaal door elkaar heen. Laat het duidelijk zijn dat ik niet degene ben die het meeste beweegt op zo’n dag. Dat zijn de floormanager en de coördinator van het evenement. Ik benijd die mensen nooit, die moeten de dag erna pas echt kapot zijn. Maar een kantoorbaan is het dagvoorzitterschap allerminst. En dat is maar goed ook. Niet alleen hou ik van dynamisch werk, het scheelt me ook een duur sportschoolabonnement.