Trappen: ik neem ze graag. Het is vaak de grandeur die je mist als je de lift neemt, en je beweegt er meer door. Maar met tijd en wijle zijn trappen ook mijn grootste vijand. Een pleidooi voor toegankelijke trappen.
Verraderlijk
Ik had het gisteren nog: steile trappen in het monumentale ITA. Ik had een kaartje besteld voor een voorstelling in de grote zaal. Op het tweede balkon. Niet te duur, wel goed uitzicht. Dat tweede balkon was echter vrij steil, en ik moest een trappetje met korte treden af om bij mijn plek te komen. Met beide handen aan de reling en in opperste concentratie lukte het me om beneden te komen. Toen ik in de pauze van de derde verdieping naar de tweede verdieping ging om een drankje te halen, viel het mij op dat dat kleine trappetje naar mijn zitplaats niet de enige verraderlijke trap was. De trap in het trappenhuis was doorgezakt en daardoor ongelijk. Gelukkig heb ik altijd uit voorzorg de reling vast, ik was bijna uitgegleden.
Een hand geven
Het gebeurt ook dat ik een trap tegenkom zónder leuning. Bordessen staan erom bekend, juist die magistrale bordessen. En als er geen leuning is, heb ik een probleem. Naar boven lopen lukt nog wel, gewoon concentreren op de tredes. Maar naar benéden, als vastgenageld sta ik bovenaan zo’n trap te bedenken hoe ik in godsnaam beneden kom. Dat komt vooral door de angst dat ik mijn evenwicht verlies of dat ik een misstap verga. Trappen zijn onvergeeflijk, wat dat betreft. Vaak is er ergens aan de zijkant wel een muurtje. Of er is iemand zo vriendelijk een hand te geven. Probleem opgelost, grandeur verloren. (Wat zou ik graag eens zonder veel moeite gewoon zo’n bordes willen aflopen. Gewoon het idee dat je in één vloeiende beweging vanuit Paleis Het Loo de paleistuin in loopt.)
Ontwerpfout
Monumentale panden zijn monumentale panden. Je kunt er niet zoveel aan veranderen (al is mij de mening toegedaan dat toegankelijkheid prioriteit moet krijgen boven monumentaliteit). Maar ook bij nieuwbouw gaat het soms behoorlijk mis. Treden waar je maar net je tenen op kwijt kunt, leuningen die ontbreken, trappen die zo lang zijn dat je in een enorm gat kijkt. Ik bedoel, ik snap wel dat zo’n architect wat vrijheid in zijn ontwerpen wil hebben, maar waren gebouwen niet vooral gebruiksvoorwerpen? En zijn trappen er niet om op een efficiënte (en milieubewuste!) manier van verdieping te wisselen? Dan moeten die toch voor zoveel mogelijk mensen gebruiksvriendelijk zijn? Ik mag toch hopen dat als een trap erg steil uitvalt, dit een ontwerpfout is geweest en niet de bedoeling.
Kortsluiting
Als ik ergens arriveer, wordt mij soms aangeboden om met de lift te gaan. Ik sla dat liever af. Ik wil een gebouw voelen zoals de meeste mensen dat voelen, en een lift is in die zin vaak net iets té efficiënt. Het gebeurt dat ik dat aanbod krijg zelfs na de verontschuldiging dat de trappen niet zo prettig zijn. Dan krijg ik kortsluiting. Vaak ben ik eigenwijs en wil ik tóch met de trap, om dan vervolgens te constateren dat die mij net iets teveel inspanning kost. Misschien ben ik iets te naïef en denk ik dat een trap standaard ook voor mij toegankelijk is. Regelmatig de trap nemen zorgt ervoor dat ik niet naar de sportschool hoef. Maar verkeerd uitgevoerd leidt een trap tot haat in plaats van liefde, en in deze tijd is dat eeuwig zonde.