In de documentaire Aut there onderzoekt de dertigjarige Loubna haar leven met autisme. Daarin komt op intieme wijze naar voren dat de wereld te veel prikkels voor haar heeft. Niet alleen mensen met autisme hebben daar last van, de documentaire was voor mij hier en daar ook erg herkenbaar.
Onlangs keek ik de documentaire Aut there. Hierin onderzoekt de dertigjarige, Marokkaans-Nederlandse Loubna haar autisme. Ze is daar laat achtergekomen, tijdens haar hele schoolcarrière snapte ze niet waarom ze anders is dan anderen. Wanneer je haar bekijkt in de documentaire, lijkt je ook niets op te vallen. Ze is een mooi verzorgde vrouw die zich charmant kleed en er in haar praten geen blijk van geeft autisme te hebben. De documentaire laat op intieme wijze zien hoe goed mensen met autisme hun beperking kunnen maskeren. In haar werk had Loubna een modus gevonden om met grote groepen mensen om te gaan. Ze fotografeerde op bruiloften, nota bene. Zo had ze een rol op die bijeenkomsten, maakte ze die behapbaar voor zichzelf. Totdat ze erachter kwam dat ze na zo’n klus telkens helemaal kapot was.
Te druk
Ikzelf heb geen autisme – althans, dat denk ik niet. Toch herken ik een aantal elementen die in de documentaire terugkomt. Zo heb ik ook moeite met prikkelverwerking en kan een bepaalde gelegenheid al gauw te druk voor me zijn. Hield ik me daar vroeger niet zo mee bezig, tegenwoordig kom ik daar net zoals Loubna steeds meer voor uit. In een druk restaurant zit ik het liefst op een plek waar zo min mogelijk omgevingsgeluiden zijn – vaak bij de muur – en vraag ik soms of de muziek zachter mag. Mijn vrienden weten inmiddels wel dat je mij niet gelukkig maakt met een uitje naar een drukke kroeg of afspreken met veel mensen. Het komt te hard binnen, ik lijk het overzicht te verliezen. Het verwerken en reageren gaat vervolgens te traag, waardoor ik niet mee kan met de groep.
Focus
Nee, ik ga liever naar het theater, daar zijn de regels helder. Het publiek zit op vaste plaatsen en het is duidelijk waar de focus is, namelijk op het podium. Toch merk ik de laatste tijd dat ook het theater niet altijd toegankelijk is, met name bij concerten. Het lijkt wel alsof popartiesten niet doorhebben dat het theater iets anders is dan een groot festival. Het geluid gaat evengoed op standje tien en de lichten zijn even flitsend. Gelukkig was ik bij Ilse deLange laatst niet de enige die last had van de alsmaar doordenderende trein van het tweede deel. Toen ik de zaal eerder verliet, gaf de manager van het theater ook aan dat het geluid te hard stond. (Geen zorgen: het eerste deel van het concert was schitterend akoestisch.)
Plattegrond
Toch heb ik net als Loubna eerder in haar leven ook gekozen voor een vak waarin ik juist die drukke plekken opzoek. Ik kan er beter mee leven dan Loubna. Het voordeel is dat ik als dagvoorzitter het beste weet wat er gebeurt. Daarnaast heb ik een duidelijke rol. Het maakt dat de gelegenheid en de mensenmassa me minder overvalt. Alsof je ineens een plattegrond hebt die je vertelt hoe de nieuwe stad waar je in loopt, in elkaar steekt. Daarnaast is er momentum om bijeenkomsten zo in te richten dat iedereen zich er welkom voelt. Soms blijkt een locatie akoestisch een crime, waarbij een foyer verwordt tot een kakofonie aan stemmen. Ik tik de opdrachtgever aan en geef ‘m een tip: de volgende keer graag wat anders.