Waar­om wil je een pa­nel­ge­sprek?

8 jul 2025

In dagvoorzittersland is er een haat-liefdeverhouding met het fenomeen ‘panelgesprek’. En inderdaad: wanneer een panelgesprek niet goed georganiseerd wordt, dreigt het de energie uit de bijeenkomst te halen. Maar goed georganiseerd kan de klassieke werkvorm spraakmakend zijn. Een paar gedachten over het panelgesprek.

Als dagvoorzitter vlieg je vaak pas een organisatie binnen als het programma er in hoofdlijnen staat, meestal zijn zelfs al de sprekers uitgenodigd. Klassieke gedachte: we doen een panelgesprek, zodat alle belanghebbenden even op het podium zijn. Uitwerking: een panel met zes man waarvan de helft uitgeschakeld op diens beurt zit te wachten, en een publiek dat daar maar naar moet kijken. Terwijl: een bijeenkomst organiseer je om bepaalde inhoud aan een publiek over te brengen. Dan moet het programma dus wel inhoud hebben en aansluiten bij het publiek. Misschien past een andere werkvorm beter. Als je bijvoorbeeld een nieuwe visie wil formuleren, kun je het publiek beter in kleine groepjes laten nadenken en plenair terugkoppelen in plaats van dat een ingevlogen expert zegt wat de juiste visie is.

 

Platitudes

Maar ook als je besluit een panelgesprek te organiseren, kun je nog steeds uitgaan van de inhoud en het publiek. Voordeel hiervan is dat je dan andere keuzes maakt. Ten eerste moet je duidelijk hebben waar je wil dat het gesprek over gaat. Een panelgesprek wordt pas interessant als er iets te bediscussiëren valt. Vervolgens kies je niet voor alle directeuren die toch alleen maar platitudes uiten, maar zoek je drie, maximaal vier panelleden van wie je weet dat die óf een verschillende mening over het thema hebben, óf een verschillende invalshoek. Dan zorg je er ten eerste voor dat het panel zo klein is dat er een echt gesprek tussen de panelleden kan ontstaan (gesteld dat ieder diens eigen microfoon heeft), en dat gesprek ook nog eens spannend kan worden.

 

Vuur

Als dagvoorzitter help ik je graag om scherp te krijgen of een panelgesprek de juiste werkvorm is voor wat je wil bereiken, waarover het precies moet gaan en wat voor panelleden je dan zoekt. Bel me gerust al als je overweegt om een panelgesprek te organiseren en daar mensen voor wil benaderen. Zijn we eruit dat het een panelgesprek moet worden en zijn de panelleden bevestigd, dan bel ik graag even van tevoren met elk panellid. Zo voorkom ik dat ik tijdens de bijeenkomst de vaart uit het panelgesprek haal door een vraag te stellen waar een panellid niets mee kan, en kan ik met een paar goeie openingsvragen zuurstof geven aan het vuur dat het panelgesprek moet worden.

 

Voorbereid improviseren

Dan geef ik de leiding aan het publiek. Want het mooiste is als het publiek uiteindelijk samen met de panelleden de inhoud bepaalt. Wanneer het publiek niet alleen maar hoeft te luisteren, maar zelf ook dingen mag zeggen of vragen, krijg je 1) een panelgesprek – of eigenlijk: zaalgesprek – dat gaat over zaken waar de zaal het daadwerkelijk over wil hebben, en 2) een zaal die veel energieker de ruimte verlaat. Dat maakt tegelijkertijd dat het panelgesprek zo’n beetje de moeilijkste werkvorm is om te modereren. Het moet in het begin geen interview worden met drie verschillende sprekers, want dan ontstaat er geen gesprek. En je weet nooit waar het gesprek precies over zal gaan, want uiteindelijk bepalen de panelleden dat samen met het publiek door hun reacties en vragen. Maar dat voorbereid improviseren, dat is nou precies iets waar je me ’s nachts voor wakker mag maken.

meer berichten

Zelf­de soort op­dracht­ge­vers, af­wis­se­lend werk

Zelf­de soort op­dracht­ge­vers, af­wis­se­lend werk

Afgelopen maand had ik als dagvoorzitter een opdracht bij twee verschillende ministeries. De ingrediënten waren hetzelfde: een zaal met verschillende stakeholders, een thema rondom mensen met een beperking, en een bewindspersoon. Maar de bijeenkomsten vroegen van mij...

Ga naar de inhoud