Leestekens: hoe je ze wél gebruikt!

30 mei 2022

Interpunctie: op sociale media lijkt er af en toe weinig aandacht aan besteed te worden. Daardoor moet je soms drie keer lezen voordat je een tekst begrijpt. Zonde, want iets meer aandacht aan leestekens kan al wonderen doen. Zie het als de contrabas in een orkest: je hoort ‘m nauwelijks, maar als ‘ie er niet is, mis je ‘m. Kortom: een blog over waarom het wel ‘wél’ is en niet ‘wèl’, en nog veel meer van dat soort gemierenneuk.

 

Doodvermoeiend

Leestekens zijn de smeerolie van de taal. Ze structureren die en maken duidelijk wat de relatie is tussen lettergrepen, woord- en zinsdelen. Neem de alinea hierboven zonder leestekens: “Interpunctie op sociale media lijkt er af en toe weinig aandacht aan besteed te worden daardoor moet je soms drie keer lezen voordat je een tekst begrijpt zonde want iets meer aandacht aan leestekens kan al wonderen doen zie het als de contrabas in een orkest je hoort m nauwelijks maar als ie er niet is mis je m kortom een blog over waarom het wel wel is en niet wel en nog veel meer van dat soort gemierenneuk” Doodvermoeiend om te lezen, vind je niet? Een beetje flauw dit, want de overgrote meerderheid van de Nederlanders gebruikt iets aan leestekens, maar ook het verkéérd gebruiken van leestekens kan de lezer in de weg staan.

 

Twee à drie

Zo gebruiken mensen nog weleens een puntkomma waar een dubbele punt meer op z’n plek is. Onze Taal – het orakel voor schrijvers in Nederland – geeft een duidelijk onderscheid aan tussen die twee: waar een puntkomma het midden houdt tussen een punt en een komma (what’s in a name), kondigt de dubbele punt iets aan dat met het voorafgaande in verband staat. Gebruik je een puntkomma in plaats van een dubbele punt, dan zal de lezer pas in tweede instantie dat verband zien. Dan heeft diegene dezelfde zin dus twee keer moeten lezen. In mindere mate geldt dat ook voor het accent op ‘à’ in ‘twee à drie’. De normale vorm is de vorm die overgewaaid is uit Frankrijk (het is op zichzelf ook een Frans woord), waardoor ‘á’ verwarring zaait en tot leesvertraging (en -frustratie!) kan leiden.

 

Scène in een bepaalde scene

Over die accenttekens gesproken: sinds 1995 hebben we er maar één die een woord beklemtoont, en dat is níét het accent grave (`). Mensen die nog steeds ‘wèl’ schrijven, leven dus nog in de vorige eeuw. Tegenwoordig hoef je niet meer na te denken over of een woord een korte (‘vel’) of een lange (‘veel’) klank heeft, het streepje gaat altijd van linksonder naar rechtsboven. Wel zo makkelijk, niet?! Volgens de officiële regels mogen er daarnaast geen accenten op hoofdletters (behalve als dat op die manier uit een andere taal ontleend is), maar Onze Taal doet daar niet zo moeilijk over. Het accent grave gebruiken we alleen om de uitspraak van een woord te vergemakkelijken. Het is immers ‘scène’, ‘scene’ is iets heel anders.

 

Te prangend

In mijn onderzoek voor dit blog heb ík ook weer wat geleerd. Zo is er het verschil tussen een kort (-) en een lang (–) streepje. Dat eerste gebruik je in samentrekkingen: voor- en achterdeur. Dat is handig, want dan kan je één keer het woord ‘deur’ achterwege laten, wat weer de leessnelheid bevorderd. Het lange streepje is een gedachtestreepje – fijn voor als je een gedachte hebt die te prangend is om tussen haakjes te vatten. En wist je al dat je in een opsomming alleen een puntkomma gebruikt als de delen bestaan uit woordgroepen of zinsdelen? Hele zinnen krijgen in een opsomming een punt, enkele woorden helemaal niets. Ik zou zeggen: lees het allemaal door en maak er op een zaterdagavond een leuk quizje van. Eens zien wie er het beste is in taal ordenen!

meer berichten

In­ter­ac­tief lui­ste­ren

In­ter­ac­tief lui­ste­ren

Je kent het wel, van die sprekers die zo een saai verhaal houden dat je halverwege het verhaal in slaap valt. Als dagvoorzitter is het mijn taak dit soort momenten voor te zijn. Een hele opgave, zeker als je de spreker zelf ook nauwelijks kent. Als dagvoorzitter moet...

Hoe mijn fiets me be­lem­mert op de wo­ning­markt

Hoe mijn fiets me be­lem­mert op de wo­ning­markt

Afgelopen week was ik de eerste kandidaat voor een sociale huurwoning in Hoofddorp. Wat bleek: de gemeenschappelijke fietsenruimte was te vol voor mijn driewielligfiets. Wat volgde was een confrontatie met het o zo aangeharkte Nederland. Laatst sprak ik de bestuurder...

In­ter­view als troost

In­ter­view als troost

Tijdens mijn deelname aan Minister van Gehandicaptenzaken leerde ik Jan Troost kennen. Geen idee wat voor man dat was, laat staan wat hij betekend had voor Nederland. Ik had toen nog niet kunnen bevroeden wat voor eer ik een paar jaar later zou hebben. Mijn deelname...