Eerder vertelde ik dat het voor het schrijven van een tekst handig is iets te weten over argumentatie. Dan weet je beter hoe je een tekst kan structureren. Maar niet alleen mijn kennis over argumentatie helpt me als tekstschrijver, ook mijn ervaring als dichter. In de literaire wereld zijn poëzie en proza twee aparte werelden. Maar deze werelden hebben meer met elkaar gemeen dan je zou denken. Wat begon als een uitlaatklep, werd een training waar ik tot op de dag van vandaag profijt aan heb.
Houvast
Het dichten kreeg bij mij vorm aan het begin van de middelbare school. In de eerste twee jaar die ik op de havo doorbracht, vond ik niet zo veel aansluiting bij klasgenoten. De tussenuren vulde ik met het schrijven van hele pagina’s vol aan krabbeltjes, versjes en leuk geprobeerde pogingen tot gedichten. Het was een manier om mijn gevoelens en gedachten te uiten. De dichtvorm was voor mij hierin aantrekkelijk: de beperkte omvang ervan gaf me de houvast de boodschap tot de kern te beperken. Af en toe ontstond er een pareltje dat ik dan aan een ander voorlas, waarna ik verrast moest constateren dat ik mijn medeleerlingen geïmponeerd had.
Hóé
Zo kwam ik er langzaamaan achter dat hierin een talent van mij school. Ik besloot ermee op open podia op te treden en ik sloot mij aan bij een dichterskring. Mededichters inspireerden mij met andere vormen van formuleren en samen bespraken we wat we mooi vonden en wat er misschien beter kon. In mijn poëzie werd de vorm steeds belangrijker. Het ging niet alleen meer om wat ik ging zeggen, maar ook hoe ik dit ging zeggen. Ik experimenteerde met het metrum, de lengte van de zinnen, de coupletten, het rijmschema en ontwikkelde zo een eigen stijl. Op een gegeven moment vond ik mijn gedichten goed genoeg om ze niet alleen voor te dragen, maar ook om in eigen beheer uit te geven. Als een ware ondernemer sleet ik mijn dichtbundels aan Jan en alleman.
Fijn om te weten
Door al die jaren aan uitprobeersels en ware poëzie heb ik mezelf getraind bij het schrijven uit te gaan van wat mijn boodschap is. Dit moet de kern worden van mijn verhaal. Tegelijkertijd dwingen gedichten je af en toe te zoeken naar een synoniem of naar een andere zinsopbouw zodat het metrum soepel loopt. Dit gegeven gebruik ik graag als tekstschrijver. Je kunt bijvoorbeeld zeggen ‘Het is fijn om te weten dat het mogelijk is.’ Zo geformuleerd is het een vrij zware zin. Dit komt door het woordje ‘om’ en de lengte van het woord ‘mogelijk’. Door te zeggen ‘Het is fijn te weten dat het kan,’ zeg je feitelijk hetzelfde, maar zit er meer vaart in de zin doordat het metrum ervan beter klopt.
Gereedschapskist
De poëzie heeft mijn taal verrijkt. Bij het schrijven van gedichten wordt je gedwongen na te denken over de taal die je gebruikt. Zie de taal hierbij als een gereedschapskist waar je steeds weer nieuwe gereedschappen aan toevoegt. Je zoekt eens op of je een woord ook in de door jou bedachte context kan gebruiken en je probeert binnen de regels van de grammatica zo veel mogelijk ruimte te zoeken om toch te kunnen zeggen wat je wil. Dit instrumentarium stelt mij als tekstschrijver in staat de meest uiteenlopende teksten te schrijven. Ik heb door die kennis de vrijheid mijn taal aan te passen aan de situatie. En misschien is dat wel wat ik zocht op de middelbare school: een bezigheid waarin ik onbeperkt mezelf kon zijn.