Bij een regionale krant kom je naast het grotere nieuws (de misstanden, de crises) ook het kleine nieuws tegen. Het gevaar bestaat erin dat je het kleine cynisch gaat benaderen, want wat is dat nou eenmaal waard. Afgelopen week kwam ik er weer achter dat het kleine nieuws net zoveel waard is als het grote nieuws.
Zoveeljarig huwelijk
Mijn vader vindt als journalist van het Noordhollands Dagblad de klussen die gaan over een zoveeljarig huwelijk het leukste. Sinds ik zelf als journalist de boer op ga, moet ik hem daarin gelijk geven. Er is niets zo leuk als helemaal in het leven van iemand te duiken. Hoe doe je dat nou, zo’n huwelijk? Wat maak je dan zoal mee? En wat kunnen we daarvan leren? Misschien komt het ook wel omdat je in dat soort gevallen meer kunt spelen met het interviewen. Het hoeft niet kritisch tot op het bot en het doel van het artikel is in wezen om iemand te eren. Dat maakt dat je als journalist altijd welkom bent: iedereen vindt het wel leuk om over zichzelf te vertellen. En daarmee is het altijd verrassend interessant.
Goudgespoten pollepel
Afgelopen week kreeg ik de vraag of ik de uitreiking van een ‘Gouden Buur Award’ wilde verslaan. Ik zag het al helemaal voor me: een buurtcommité die voor de gelegenheid een pollepel goud gespoten heeft om degene met de meeste stemmen een trofee mee te geven. Moet ik daar nou mijn journalistieke instrumentarium op losslaan? Toen ik eenmaal meer informatie had, werden mijn ogen geopend: de award bleek van een internationaal opererend bedrijf te zijn (Nextdoor) en winnares Betty Brandsma was gekozen uit maar liefst elfhonderd inzendingen! Daar ga je dus: had je bijna op neergekeken. Ze kreeg deze onderscheiding voor haar tomeloze inzet als vrijwilliger. De vraag is dan wat die tomeloze inzet zoal is. En ook altijd leuk om te weten: wat voor iemand is ze eigenlijk?
Nóg interessanter
Het bleek dat zij zich al jarenlang op allerlei manieren inzet voor de buurt. Zo organiseert ze het haak- en breicafé, steunt ze mensen met een krappe beurs, past ze tijdens vakanties op huisdieren, staat ze klaar voor mensen met een verstandelijke handicap en ga zo maar door. Een steunpilaar voor de buurt, dus. Op zichzelf is dat al interessant, maar iets meer doorvragen maakt het verhaal nóg interessanter. Ze is immers 62 en dus nog niet pensioengerechtigd. Waar haalt ze dan de tijd vandaan? Wat blijkt: door verschillende ziektes werkt ze al een tijdje niet meer. Om toch wat te doen te hebben, heeft ze zich opgegeven voor vrijwilligerswerk en van het een rolde ze in het ander. Aha, dus met dat vrijwilligerswerk helpt ze niet alleen de ander, maar in zekere zin ook zichzelf!
Sociaal vangnet
Zo legt een ogenschijnlijk futiel onderwerpje een heel maatschappelijke kwestie bloot. Voor sommige mensen is vrijwilligerswerk net zoveel waard als betaald werk. Anders dan bij betaald werk is bij vrijwilligerswerk de beloning miniem. Dan is erkenning in de vorm van een award en een stukje in de krant een mooie veer. Daarmee laat de krant aan haar lezers ook de waarde van vrijwilligerswerk zien, want het is werk dat anders niet gedaan wordt en dat wel een sociaal vangnet optuigt. Dat het geen wereldschokkend nieuws is, geeft ruimte voor alledaagse uitspraken. Betty is namelijk best wel eigenwijs: de volgende dag moet er wel een schone vaatdoek liggen op het aanrecht in het Sociale Winkeltje, waar ze gastvrouw is. En zelf had ze de prijs natuurlijk niet verwacht: “Ik? Waarom?”. Normaal zo triviaal, goud voor een krantenartikel.