Een ander leven
Gedurende mijn jeugd was mijn handicap een kant van mijzelf die ik liever niet had. Het was telkens weer confronterend in een wereld te leven waarin anderen meer konden dan ikzelf. Zonder moeite rennen en springen, schrijven met een pen zonder dat dit kramp veroorzaakte, moeiteloos een bal kunnen slaan bij slagbal (een spel dat ik ondanks alles erg leuk vond om aan deel te nemen). Daardoor leefde ik in zekere zin een ander leven dan mijn klasgenoten en was ik nou niet per se de populairste van de klas.
Een tweede thuis
Het leidde tot grote frustraties die ik eens per week bij de jeugdtheaterschool er soms letterlijk uit kon schreeuwen (hierbij nog excuses aan mijn tegenspelers die dat allemaal hebben moeten verduren). Op het podium bij een van de uitvoeringen van de jeugdtheaterschool merkte ik dat als ik een microfoon heb, de mensen naar mij luisteren en mij ook nog waarderen om mijn grappen. Het theater werd voor mij een tweede thuis waar ik uit de dagelijkse kooi van mijn lichaam kon ontsnappen – dat lichaam dat voor mij als een vreemde aanvoelde.
Loutering
Terug op school voelde ik mij dan weer onhandig, schaamde ik mij voor mijn afwijkende lichaam en wilde ik dat daar zo min mogelijk aandacht aan werd besteed, al was dat vaak niet te vermijden. Je wilt nou eenmaal dingen bereiken, gewoon net zo ver komen als alle anderen, en ja, dat kan betekenen dat je dan typt in plaats van schrijft. Naar mate ik ouder werd, kwam daar steeds meer loutering in: het is nou eenmaal zo, we hebben ermee te dealen. De ene periode gingen de dingen me goed af, de andere fase was ik mij weer hyper alert van mijn schokkerige lichaam en wat de anderen daar wel niet van denken.
Student Disability Platform
Toen ik ging studeren aan de Universiteit van Amsterdam, kwam er een merkwaardige kentering in mijn denken over mijn handicap. Ik werd al snel gevraagd voor een toen nog op te richten Student Disability Platform (tegenwoordig UvA IDEAs geheten). Ik besloot in te gaan op die vraag. Leuk, dacht ik, dan heb ik wat geld als vast inkomen en dan kan ik doen wat ik leuk vind: kritisch meedenken met beleid. Dat had ik op de middelbare school ook al gedaan, zowel informeel als uit hoofde van de leerlingenraad.
Dankzij mijn handicap
Maar ik realiseerde mij ook: ik heb deze inkomsten dankzij mijn handicap. Dat ik anders dan anderen in het leven sta, maakt mij al een expert. Ik bezit immers kennis die iemand zonder een handicap niet bezit (hoewel je je kunt afvragen of er mensen zonder een handicap bestaan, maar dat is een andere discussie). Ik kan mij in de maatschappij met mijn handicap onderscheiden, precies nu inclusie zo’n belangrijk thema is. Ik bedacht me dat ik misschien wel helemaal niet die handicap kwijt zou willen (hoe irritant ‘ie af en toe ook is), want wie ben ik dan?
Intuïtie
Soms vraag ik mij af wat er van mij geworden was als ik op het speciaal onderwijs had gezeten, als ik niet jarenlang aan jeugdtheater had gedaan, als de UvA mij niet de kansen had gegeven om mij buiten de studie om ten volle te ontwikkelen. Soms doe je dingen zonder te weten waarom precies en blijkt jaren later dat je intuïtie je precies daar heeft gebracht waar je moest zijn.