Het VN-verdrag Handicap schrijft een samenleving voor waarin mensen met een handicap een leven kunnen leiden gelijkwaardig aan mensen zonder een handicap. Maar hoe ziet dat er concreet uit? Aflevering 10: door haar spraakcomputer wordt Litania niet voor vol aangezien.
VN-verdrag Handicap artikel 8 lid 1b: “De staten die partij zijn verplichten zich onmiddellijke, doeltreffende en passende maatregelen te nemen om op alle terreinen van het leven stigmatisering, vooroordelen en schadelijke praktijken ten opzichte van personen met een handicap te bestrijden (…).”
Litania Blom (21) houdt van lezen, met vrienden afspreken en fotograferen. Ze is actief als ervaringsdeskundige, maar daarover later meer. Ze heeft cerebrale parese en praat via een spraakcomputer. We zien elkaar op een zonnige middag in hartje Utrecht. Haar zusje is mee als begeleider. Soms krijgt die een discrete blik van haar. Dan moet ze even helpen met praten, want dat gaat veel sneller.
Wat is het probleem?
“Net nog in Hoog Catharijne, komt er een vrouw naar ons toe en die begint kinderachtig tegen me te praten. Zelfs wanneer mijn zusje uitlegt dat ik geestelijk gemiddeld functioneer, gaat diegene daarmee door. Dat gebeurt vaker. Ik vind dat moeilijk, want mensen zien dus alleen mijn handicap in plaats van wat ik kan. Niemand weet ook precies wat ik kan. Je kan bij mij geen IQ-test afnemen. Want ik kan wel gemiddeld denken, maar het duurt heel lang voordat ik het uitgesproken heb. Ik heb een entreediploma doordat ik een MBO1-opleiding heb gedaan, maar dat is geen startkwalificatie. Daarvoor zou ik een opleiding met een stage moeten doen, maar niemand neemt mij aan als stagiair.”
Hoe heb je het opgelost?
“Ik leef van een Wajong-uitkering. Mijn ouders hebben een stichting opgericht, Stichting Litania. Die zamelt geld in om hulpmiddelen voor kinderen met een beperking te vergoeden. Daar doe ik soms een actie voor, of ik sta in de winkel van de stichting. Daarnaast ben ik als ervaringsdeskundige actief voor ISAAC-NF, dan geef ik presentaties over het gebruik van een spraakcomputer. Op die manier geef ik iets terug aan de maatschappij.”
Wat is de ideale situatie?
“Het liefst zou ik net als ieder ander gewoon willen werken. Ik hou van fotograferen, dus daar zou ik wel wat meer mee willen doen. En ik heb weleens gedacht aan een opleiding mediavormgeving. Kinderen vind ik ook heel leuk.”
Juridische reflectie
Jurist VN-verdrag Handicap Jiska Ogier: “Staten die het VN-verdrag Handicap hebben geratificeerd zijn verplicht om bewustwording te bevorderen. Dat is niet zomaar een taak, specifiek moeten zij stigmatisering tegengaan en bevorderen dat mensen met een handicap door de hele maatschappij heen gelijkwaardig behandeld worden. Dat iemand met een spraakcomputer zo anders behandeld wordt dan een gemiddeld persoon, past natuurlijk niet in dat beeld. Daarom is het belangrijk dat de overheid ervoor zorgt dat er meer bewustwording komt over verschillende handicaps en hulpmiddelen. Wat daarin – zoals altijd – ook erg belangrijk is; niets over ons, zonder ons. Het is echt belangrijk dat mensen met een handicap van begin tot eind intensief betrokken zijn bij alle stappen die aan de bewustwording bij moeten dragen.”