De kunst van improvi­satie

1 feb 2022

Jarenlang heb ik geroepen dat ik cabaretier wilde worden. Ik keek eindeloos DVD’s van verschillende bekende cabaretiers en probeerde te ontrafelen hoe ze dat toch deden, dat cabaretier-zijn. Het leek me geweldig op het podium te staan om mensen avondvullend te vermaken. Totdat ik realiseerde dat cabaret maken eigenlijk heel hard werken is. Want ga maar na: als cabaretier moet je toch anderhalf uur lang min of meer zinnige dingen te zeggen hebben. En dat doe je dan, zeg, twee jaar lang hetzelfde. Elke avond weer dezelfde grappen. Zie dat maar leuk te houden voor jezelf. Ik wil niet zeggen dat ik lui ben, maar soms blijkt er iets anders te zijn dat eigenlijk nog veel leuker is. Een uitstekend alternatief bood zich als vanzelf aan.

 

Vrijer dan ooit

Eigenlijk wist ik ook al wel dat het métier van cabaretier niet echt bij mij past. Repeteren heb ik nooit echt leuk gevonden, en tijdens opvoeringen van de Jeugdtheaterschool keek ik vooral uit naar de momenten dat ik de rol van presentator mocht spelen. Presenteren lijkt mínder vrij, omdat je gebonden bent aan allerlei huishoudelijke mededelingen. Maar schijn bedriegt. Juist die regels geven het geraamte waardoor ik net genoeg ruimte heb om te improviseren. Zie het als een gedicht: het metrum dwingt tot keuzes die het geschrevene ten goede komt. Doordat je een beperkt aantal lettergrepen hebt, beperk je je woorden tot de kern. Hierdoor heeft een gedicht vaak een sterke zeggingskracht.

 

Op het randje van de afgrond

Ik vind het heerlijk om te voelen dat ik leef. De rol van presentator past daarbij: elk optreden is weer totaal anders en dat houdt het leven sprankelend. De spanning van opgaan en nog niet precies weten wat je gaat zeggen, geeft hieraan nog een extra kick. Je gaat als dagvoorzitter niet zozeer uit van je eigen werk, maar veel meer vanuit de behoefte van de zaal en de situatie. Op deze manier kan ik mezelf ook verrassen met mijn eigen – *uggeh* – genialiteit. Je krijgt een ingeving voor een grap, je poneert ‘m en de zaal ligt dubbel – dát is voldoening.

 

Zo werkt improviseren

Maar als je niet oppast, kan improvisatie ook je vijand worden. Daarom hier een aantal tips. Ten eerste moet je volledig op je gemak zijn, anders stem je niet helemaal af op de situatie en jaag je het publiek tegen je in het harnas. Je moet het podium ownen en het vertrouwen hebben dat het hoe dan ook wel goedkomt. Je moet het van het moment zelf durven laten afhangen, maar wel een idee hebben van waar je naartoe wil gaan met je optreden. Wees scherp – de bal kan je op een onverwachts moment toegespeeld worden en dan moet je wel klaarstaan om ‘m in te koppen. Je moet geen faalangst hebben – soms weet ik ook niet of wat ik ga zeggen wordt geaccepteerd, maar meestal pakt het goed uit. En mocht het nou niet goed uitpakken, geen paniek; er is vooral aanleiding om op een soepele manier door te improviseren: “Ik voel dat deze niet goed valt, dat was helaas niet wat ik in gedachten had. Hè, wat jammer nou!”

 

Mijn grootste hobby

Een aantal jaar geleden woonde ik een workshop bij van Kamran Ullah. Toen bleek dat hij dagvoorzitter was, ging een wereld voor mij open: als dagvoorzitter kon ik van mijn grootste hobby mijn werk maken! Nu zeg ik dat ik dagvoorzitter ben, maar sta ik eigenlijk hetzelfde te doen als wat ik op de Jeugdtheaterschool het liefste deed: al improviserend en met humor de dingen aan elkaar praten. Het cabaretierschap kan me sindsdien gestolen worden.

meer berichten

Han­di­cap in het D&I-ge­sprek

Han­di­cap in het D&I-ge­sprek

Er zijn regelmatig bijeenkomsten, beleidsnota’s en initiatieven die gaan over diversiteit en inclusie. Vaak genoemde groepen zijn mensen van kleur of mensen uit de LHBTIQ+-gemeenschap. Mensen met een handicap worden meestal overgeslagen. De vraag is: waarom? Laat ik...

Ga naar de inhoud