VN-ver­drag Han­di­cap: an­der­half uur on­der­weg voor een rit­je van 20 mi­nu­ten

14 apr 2025

Het VN-verdrag Handicap schrijft een samenleving voor waarin mensen met een handicap een leven kunnen leiden gelijkwaardig aan mensen zonder een handicap. Maar hoe ziet dat er concreet uit? Aflevering 9: 20 minuten later arriveren op de plaats van vertrek.

VN-verdrag Handicap artikel 20 lid a: “De Staten die Partij zijn nemen alle effectieve maatregelen om de persoonlijke mobiliteit van personen met een handicap met de grootst mogelijke mate van zelfstandigheid te waarborgen, onder meer door de persoonlijke mobiliteit van personen met een handicap te faciliteren op de wijze en op het tijdstip van hun keuze en tegen een betaalbare prijs.”

Harry Haddering (53) woont in Assen met zijn partner. Hij houdt van “muziek waar een gitaar in zit” en hij is de bedenker van racesport.nl, die naar eigen zeggen 3000 unieke bezoekers per dag trekt. Inmiddels heeft hij zich teruggetrokken uit die site en houden vijf andere mensen de boel draaiende, maar de wedstrijden kijkt hij nog altijd met plezier. Harry is voor 28 uur in de week administratief medewerker bij het UWV. Vanwege zijn cerebrale parese zit hij in een elektrische rolstoel.

 

Wat is het probleem?

“Laatst had ik met collega’s een tweedaagse training in een hotel. Ik had daar met een rolstoeltaxi heen kunnen gaan bij wijze van woon-werkverkeer, maar mijn werkgever betaalt dat uit publieke middelen en dus vond ik het wel zo netjes om met het goedkopere combitaxi te gaan. Ik had die de eerste avond om 22:30 besteld en hij kwam om 22:55 voorrijden. Bij het instappen kreeg ik van de chauffeur te horen dat we eerst iemand anders zouden ophalen bij het station. Dat zou 10 minuten extra kosten, dacht ik, so be it. Maar pas onderweg hoorde ik dat die andere passagier bij hetzelfde hotel moest worden afgezet. Twintig minuten later was ik dus op dezelfde plek als waar ik twintig minuten eerder werd opgehaald.”

 

Hoe heb je het opgelost?

“Zo’n chauffeur kan er ook niets aan doen, die heeft gewoon uit te voeren wat hem opgedragen wordt. Als hij eerst die ander had opgehaald, dan had hij mij te laat opgehaald en dan zou dat een inbreuk zijn op het contract dat de combitaxi met de overheid heeft. Ik heb er dus niet over geklaagd. Wel maakte het mij moedeloos en gefrustreerd. Uiteindelijk was ik om 00:15 thuis, en had ik dus anderhalf uur gedaan over een ritje van 20 minuten. Ik had een erg korte nacht en ik had daardoor de volgende dag niet de energie om de tweede dag mee te doen. Door het gedoe met het vervoer ben ik dus thuisgebleven.”

 

Wat is de ideale situatie?

“Je voelt je als passagier op zo’n moment een nummertje dat als een jojo heen en weer geslingerd wordt in het systeem. Een systeem dat ook nog eens leidt tot onnodige uitstoot, want de taxi heeft dus onnodig veel gereden. Liever had ik dat de combitaxi me van tevoren gebeld had met de vraag of ze me later konden ophalen. Fijn is anders, maar dan had ik tenminste nog met collega’s aan de bar kunnen wachten. Het gaat erom dat je van tevoren weet waar je aan toe bent, en niet pas als je met de rolstoel vastgezet onderweg bent. Het zou mooi zijn als de combitaxi en de overheid meer met de burger in gesprek gaan over wat zij fijn vinden, en zo’n klankbordgroep ook goed faciliteren. Het credo is namelijk: niets over ons zonder ons.”

 

Juridische reflectie

Jurist VN-verdrag handicap Jiska Ogier: “Naast het artikel over mobiliteit, denk ik dat we dit verhaal ook vooral moeten lezen in het licht van de grondslagen van het VN-verdrag Handicap. Dan gaat het namelijk om participeren op voet van gelijkheid en autonomie. Daarop wordt door deze invulling van aangepast vervoer een inbreuk gedaan. Zoals Harry ook vertelt: je wilt de keuze kunnen maken om nog even aan de bar te hangen, of wat als je halverwege zo’n rit naar de wc moet? Tegelijkertijd is er een groot tekort aan chauffeurs, dat is niet een probleem dat met financiën of beleid morgen opgelost is.

 

Toch zijn er zeker dingen die beter kunnen, blijkt bijvoorbeeld ook uit het onderzoek dat het College voor de Rechten van de Mens liet uitvoeren. Kern daarvan is dat het VN-verdrag Handicap de basis moet zijn, niets over ons zonder ons, en dat vervoer als integraal thema bezien moet worden. Niemand is namelijk onderweg om onderweg te zijn; je bent onderweg voor werk, afspraken, sociale uitjes, medische zaken enzovoorts. Als iemand zonder handicap in 20 minuten thuis kan zijn, kunnen we geenszins stellen dat heen-en-weer rijden en vier keer zo lang onderweg zijn voldoen aan de principes van autonomie en participeren op voet van gelijkheid.”

meer berichten

VN-ver­drag Han­di­cap: te wei­nig hulp in het on­der­wijs

VN-ver­drag Han­di­cap: te wei­nig hulp in het on­der­wijs

Het VN-verdrag Handicap schrijft een samenleving voor waarin mensen met een handicap een leven kunnen leiden gelijkwaardig aan mensen zonder een handicap. Maar hoe ziet dat er concreet uit? Aflevering 8: ook na het vaststellen van haar diagnose kreeg Lune niet de hulp...

Deel­mo­bi­li­teit in­clu­sief?

Deel­mo­bi­li­teit in­clu­sief?

Van de week zakte de moed me in de schoenen. Bij een gesprek met de makelaar over een nieuwbouwwoning zag ik bewaarheid waar ik al een aantal jaar voor vrees: deelmobiliteit gaat ten koste van inclusiviteit. Van de week was ik bij de makelaar om een optie voor een nog...

Ga naar de inhoud