Het VN-verdrag Handicap schrijft een samenleving voor waarin mensen met een handicap een leven kunnen leiden gelijkwaardig aan mensen zonder een handicap. Maar hoe ziet dat er concreet uit? Aflevering 5: wanneer Iris Wijnen de deur uit stapt, komt ze in een wereld met een onbegrijpelijke taal terecht.
VN-verdrag Handicap artikel 8 lid 2aii: “De Staten die Partij zijn verplichten zich onmiddellijke, doeltreffende en passende maatregelen te nemen. Maatregelen daartoe omvatten een positieve beeldvorming van, en grotere sociale bewustwording ten opzichte van personen met een handicap te bevorderen.”
Iris Wijnen (53) woont met haar partner en twee van haar drie kinderen onder de rook van Den Bosch. Ze gaat ‘belachelijk vaak’ op reis. Daarnaast maakt ze graag haar handen vuil, in de tuin, of in het net-gekochte klushuis. Haar geld verdient ze als adviseur diversiteit en inclusie bij de provincie Gelderland. De vijfde dag in de werkweek vult ze als zelfstandige. Dan geeft ze workshops of presentaties over gebarentaal of over de vraag hoe je met dove collega’s omgaat. Als bestuurslid van het adviescollege Nederlandse Gebarentaal adviseert ze het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over actuele ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving. Vanaf de zevende maand na haar geboorte hoort Iris niets meer.
Wat is het probleem?
“Op het moment dat ik mijn huis verlaat, kom ik in een wereld terecht waarvan ik de taal niet versta. Vooral op het gebied van communicatie heb ik daar last van. Als ik bijvoorbeeld in een winkel advies wil over welke printer ik het beste kan nemen, versta ik vaak de medewerker niet. Ik kan prima liplezen en als iemand rustig en duidelijk praat, gaat dat goed. Maar vaak wordt ik geholpen door jonge mensen en die gaan dan druk en snel praten. En als ik in een restaurant zit en ik vraag wat er precies in een gerecht zit, versta ik het ook niet.”
Hoe los je het op?
“Als ik in een restaurant niet versta wat er in een gerecht zit, neem ik dat gerecht maar niet. Dat is zonde, want daardoor kan zo’n restauranthouder omzet mislopen. En informatie over de beste printer zoek ik liever op internet op. Dan krijg ik tenminste een antwoord op mijn vraag, maar ik merk dan wel dat ik contact met andere mensen vermijd. Ik voel me daardoor weleens eenzaam.”
Wat is de ideale situatie?
“Het zou fijn zijn als iedereen op school Nederlandse gebarentaal leert. Het is inmiddels een van de drie officiële talen in Nederland, naast het Nederlands en het Fries. Op dit moment praten we als adviescollege veel over onderwijs met het ministerie, maar de ontwikkeling gaat traag. Er zijn scholen die zelfs Chinees aanbieden, dus het moet mogelijk zijn. Als iedereen iets van Nederlandse gebarentaal kan, kan ik tenminste meer communiceren met horende mensen en verstarren ze niet meer zo als ik ze wat vraag.”
Jurist VN-verdrag Handicap Jiska Ogier: “De vraag van Iris hier is een heel begrijpelijke; als meer mensen Nederlandse Gebarentaal (NGT) zouden kennen, wordt de maatschappij voor haar veel toegankelijker. Hoe afdwingbaar dit is in het licht van het Verdrag ligt ingewikkelder. Het Verdrag geeft in ieder geval het recht op informatie (artikel 21), in de Concluding Observations is zelfs expliciet genoemd dat het rapport in gebarentaal beschikbaar zou moeten komen. Naast de verplichting is er natuurlijk nog het praktische aspect; zijn er docenten NGT beschikbaar en in hoeverre is er animo voor een dergelijk vak op school? Daarin speelt bewustwording weer een belangrijke rol en kan gesteld worden dat – als hier onder ervaringsdeskundigen inderdaad brede steun voor is – de overheid moet investeren in deze mogelijkheid.
“Overigens wil ik daarbij wel opmerken dat in het standaard onderwijscurriculum sowieso vaak weinig informatie over personen met een handicap is (het is vaak afhankelijk van de school zelf of hier aandacht voor is). Daarop zou overigens inclusief onderwijs – zoals ook het VN-verdrag Handicap voorschrijft – een enorme vooruitgang zijn, het VN-comité benoemde in zijn Concluding Observations expliciet de tekortkomingen van het onderwijs voor mensen met een auditieve beperking.”